Isaiah 22

Och, slechts enkelen van het volk zullen overblijven, net zoals de olijven die in de bomen achterblijven na de oogst, twee of drie in de hoogste takken, vier of vijf aan de buitenste twijgen.

1En pas dan zullen zij aan God, hun Schepper, denken en hun blik richten op de Heilige van Israël. 2Op die dag zullen zij niet langer hun afgoden om hulp vragen en zij zullen wat hun eigen handen hebben gemaakt, niet meer aanbidden. De afbeeldingen van Asjera en de zonnegoden zullen hun niet langer respect inboezemen.

3Hun grootste steden zullen net zo verlaten zijn als de verre beboste heuvels en de bergtoppen. Zij zullen lijken op uitgestorven steden waaruit de inwoners zijn gevlucht toen de Israëlieten in aantocht waren. 4Waarom? Omdat u zich hebt afgekeerd van de God die u kan redden, de rots die uw toevluchtsoord is. U heeft mooie gewassen geplant voor vreemde goden, 5maar hoewel zij zo goed gedijen dat zij op de morgen dat u ze plant al bloeien, zal de oogst verloren gaan op de dag waarop u alleen maar rampspoed en onherstelbaar leed zult oogsten.

6Wee de legers die in de richting van Gods land denderen! 7Al bulderen zij als grote golven die zich op het strand storten, God zal hun het zwijgen opleggen. Zij worden uiteengejaagd als kaf dat door de wind wordt weggeblazen, als opwaaiend stof in een storm. 8ʼs Avonds voelt Israël zich nog bedreigd, maar de volgende morgen zijn haar vijanden dood. Dat is het verdiende loon van hen die het volk van God beroven. 9

Israëls vijanden door God gewaarschuwd

10Wee u, land aan de bovenstroom van de Nijl dat gonst van de insecten! 11Land dat ambassadeurs in snelle boten langs de Nijl stuurt! Laat uw snelle gezanten naar u terugkeren. Naar een groot en soepel volk dat overal wordt gevreesd. Een veroverend en vernietigend volk, van wie het land verdeeld is door rivieren. Dit is de boodschap die u wordt gestuurd: 12als de oorlogsvlag gehesen wordt op de berg, laat dan de hele wereld goed opletten! Als er op de trompet geblazen wordt, luister dan goed! 13Want de Here heeft mij het volgende verteld: ‘Vanuit mijn woonplaats kijk Ik onbewogen toe, roerloos als de verzengende hitte op het middaguur of als nevel in de hitte van de oogsttijd. 14Maar voordat zij de aanval hebben ingezet en terwijl hun plannen als druiven rijpen, zal Ik u afsnijden, zoals een snoeimes wilde scheuten afsnijdt. 15Hun machtige leger zal dood op het slagveld achterblijven als een prooi voor de roofvogels en de wilde dieren. De gieren zullen de hele zomer lichamen uit elkaar scheuren en de wilde dieren zullen de hele winter op botten knagen.’

16Maar er zal een tijd komen waarin dat sterke en machtige land dat wijd en zijd wordt gevreesd, dat veroverende en vernietigende volk van wie het land verdeeld is door rivieren, geschenken zal brengen naar de tempel van de Here van de hemelse legers in Jeruzalem, op de berg Sion. 17

Gods profetie over Egypte

18Dit is Gods profetie over Egypte.

Kijk, de Here komt naar Egypte, rijdend op een snelle wolk, de afgoden van Egypte beven en de harten van de Egyptenaren smelten van angst.
19‘Ik zal hen tegen elkaar opzetten: broer tegen broer, vriend tegen vriend, stad tegen stad, provincie tegen provincie. 20Zijn wijze raadslieden raken in paniek, zij weten niet meer wat zij moeten doen, zij smeken hun afgoden om wijsheid en vragen mediums en waarzeggers om raad. 21Ik zal Egypte overleveren aan een harde, wrede meester, aan een strenge koning,’ zegt de Here God van de hemelse legers. 22Het water van de Nijl zal niet meer stijgen en het land overspoelen. De rivierarmen zullen uitdrogen 23en de bevloeiingskanalen zullen stinken naar rottend riet. 24Alle groen langs de rivier zal verdorren en verwaaien. De gewassen zullen verdrogen, alles gaat dood. 25De vissers zullen zuchten en morren, omdat zij niets te doen hebben. Zij die met haken en netten vissen vangen, zullen zonder werk zitten.
Copyright information for NldHTB